“Het is maar weinigen gegeven zo over God te spreken dat het niet vervelend wordt.”

A.M. de Jong verwierp resoluut het dogmatische godsbegrip van schuld, straf en voorbeschikking, dat hem als kind was bijgebracht. Maar hij bleef zijn hele leven een hartstochtelijk godzoeker, iemand die tastte naar het geheim van het leven en met grote verwondering het menselijk bestaan en de ganse kosmos bezag. In acht Mijmeringen van een godzoeker deelt hij zijn ervaringen en bevindingen met zijn lezers. Daarbij gaat hij niet altijd zachtzinnig te werk, maar wie de eigen overtuiging onder de loep wil nemen en tegelijkertijd verder en dieper op ontdekkingstocht wil gaan, zal in De Jong een betrouwbare reisgenoot vinden.

A.M. de Jong (1888-1943) is vooral bekend van Merijntje Gijzens jeugd en jonge jaren waarvan het eerste deel in 1925 verscheen. Zijn vakmanschap als schrijver, zijn liefde voor het leven en zijn inzet voor een rechtvaardige samenleving, maken hem nog altijd tot een geliefd en relevant auteur.